1. Lorsque la déclaration d'exportation a été acceptée dans l'État membre dans lequel se trouve l'entrepôt d'avitaillement, l'autorité douanière compétente indique, lors de l'entrée en entrepôt d'avitaillement, sur le document national qui sera utilisé pour obtenir l'avance de la restitution, que les produits se trouvent dans la situation prévue à l'article 40.
1. Indien de aangifte ten uitvoer in de lidstaat waar het bevoorradingsdepot zich bevindt, is aanvaard, maakt de bevoegde douane-instantie bij de inslag in het bevoorradingsdepot op het nationale document dat zal worden gebruikt om het voorschot op de restitutie te verkrijgen, melding van het feit dat de producten zich in de in artikel 40 bedoelde omstandigheden bevinden.