Cette mesure n'apparaît d'ailleurs pas indispensable pour assurer la continuité du service de la justice dès lors que, comme il est dit en B.10.3.2, il existe un mécanisme de mobilité permettant aux juges du ressort de la Cour d'appel de Liège, avec leur consentement et dans le respect de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, d'être délégués dans les tribunaux de l'arrondissement d'Eupen (article 98, alinéa 4, du Code judiciaire, inséré par l'article 28 de la loi du 1 décembre 2013).
Die maatregel blijkt overigens niet onontbeerlijk om de continuïteit van de rechtsbedeling te verzekeren, aangezien, zoals in B.10.3.2 is vermeld, er een mobiliteitsmechanisme bestaat dat het de rechters van het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Luik, met hun instemming en met naleving van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, mogelijk maakt opdracht te krijgen in de rechtbanken van het arrondissement Eupen (artikel 98, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 28 van de wet van 31 december 2013).