— le droit de la femme d'établir sa filiation à l'égard de l'enfant auquel elle donne naissance qui reconnaît à toute femme le droit indisponible et inaliénable d'établir sa maternité à l'égard de l'enfant qu'elle met au monde sans qu'on puisse l'obliger à renoncer à sa maternité d'une manière ou d'une autre (Hottois, Missa, Nouvelle encyclopédie de biomédecine, De Boek Université).
— het recht van de vrouw om de afstammingsband vast te stellen jegens het kind dat zij ter wereld brengt. Dat recht verleent aan iedere vrouw het onvervreemdbaar recht om haar moederschap vast te stellen jegens dat kind, zonder dat men haar kan verplichten om op de een of de andere manier af te zien van haar moederschap (Hottois, Missa, « Nouvelle encyclopédie de biomédecine », De Boek Université).