Dans son avis, le Comité consultatif de bioéthique énonce que, sur la question des banques de sang de cordon pour usage autologue ainsi que pour un usage allogénique, « certains membres du Comité estiment qu'avant de porter un jugement éthique sur ces deux types de banques de sang, il importe d'apporter une réponse qui soit fiable à long terme à une question scientifique importante à savoir: est-il établi que le sang de cordon d'un individu ne fournira aucun avantage supplémentaire à cet individu par rapport à du sang de cordon non individualisé mais compatible avec son type immunologique ?
In zijn advies zegt het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek dat, wat de bloedbanken van navelstrengbloed betreft voor autoloog zowel als voor allogeen gebruik, sommige leden van mening zijn dat een ethische beoordeling van deze twee types van bloedbanken slechts mogelijk is wanneer men vooraf een belangrijke wetenschappelijke vraag gesteld heeft en daarop een antwoord ver
kregen heeft dat op lange termijn als betrouwbaar kan gelden namelijk : staat het vast dat navel
strengbloed van een individu geen enkel supplementair voordeel zal biede
...[+++]n voor dat individu, vergeleken met niet geïndividualiseerd navelstrengbloed maar dat overeenstemt met een bepaald immunologisch type ?