21. réitère son appel au Conseil, tel qu'exprimé dans sa résolution du 6 juillet 2006, afin qu'il adopte une position commune qui exclue l'acceptation de simples assurances diplomatiques fournies par des pays tiers comme condition de l'application d'une quelconque mesure d'extradition légale lorsqu'il existe des motifs sérieux de penser que les individus concernés seraient menacés de faire l'objet d'actes de torture ou de mauvais traitements;
21. herhaalt zijn oproep aan de Raad, gedaan in zijn resolutie van 6 juli 2006, om een gemeenschappelijk standpunt in te nemen op grond waarvan rechtmatige uitlevering aan een derde land louter op basis diplomatieke garanties uitgesloten is wanneer er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de persoon in kwestie daar gevaar loopt om aan foltering of slechte behandeling te worden blootgesteld;