4º installation : une unité technique à l'intérieur d'un établissement où des substances dangereuses sont produites, utilisées, manipulées ou stockées; et qui comprend tous les équipements, structures, canalisations, machines, outils, embranchements ferroviaires particuliers, quais de chargement et de déchargement, appontements desservant l'installation, jetées, dépôts ou structures analogues, flottantes ou non, nécessaires pour le fonctionnement de l'installation;
4º installatie : een technische eenheid binnen een inrichting waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, gebruikt, behandeld of opgeslagen, en die alle uitrusting omvat, constructies, leidingen, machines, gereedschappen, eigen spoorwegaftakkingen, laad- en loskades, aanlegsteigers voor de installatie, pieren, depots of soortgelijke, al dan niet drijvende constructies, omvat die nodig zijn voor de werking van de installatie;