L'article 16bis, § 3, de l'arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants permettait donc au travailleur indépendant pensionné de valoriser les années d'activité professionnelle d'indépendant postérieures à l'âge de la pension légale, lorsque le travailleur indépendant avait continué à payer des cotisations pleines au-delà de l'âge de la retraite : dans ce cas, « chaque trimestre ainsi couvert majorera la pension » (Doc. parl., Chambre, 1975-1976, n° 720/1, p. 7).
Artikel 16bis, § 3, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen maakte het de gepensioneerde zelfstandige bijgevolg mogelijk de jaren van beroepsactiviteit als zelfstandige na de wettelijke pensioenleeftijd te valoriseren, wanneer de zelfstandige volledige bijdragen was blijven betalen na de pensioenleeftijd : in dat geval « zal ieder aldus gedekt kwartaal een verhoging van het pensioen meebrengen » (Parl. St., Kamer, 1975-1976, nr. 720/1, p. 7).