9.1. On doit vérifier sur le véhicule, compte tenu des caractéristiques des dispositifs de commande (appendice 2) et des freins (appendice 3), ainsi que de celles de la remorque visées au point 4 de l'appendice 4, si le système de freinage à inertie de ladite remorque est conforme aux conditions prescrites.
9.1. Bij het voertuig wordt aan de hand van de eigenschappen van het bedieningsmechanisme (aanhangsel 2) en van de remmen (aanhangsel 3), alsmede aan de hand van de eigenschappen van de aanhangwagen overeenkomstig punt 4 van aanhangsel 4 gecontroleerd of het oploopremsysteem van de aanhangwagen aan de voorgeschreven voorwaarden voldoet.