En effet, le projet de loi ne permet plus de refuser de remettre la personne concernée à l'État membre d'émission s'il y a des raisons sérieuses de croire que cet État membre a l'intention de poursuivre l'intéressé sur la base de sa race, de sa religion, de sa nationalité ou de ses convictions politiques (alors que la décision-cadre relative aux infractions terroristes le permettait).
Het ontwerp laat immers geen ruimte meer voor een weigering de betrokken persoon over te leveren aan de uitvaardigende lidstaat wanneer er ernstige redenen zijn om te geloven dat die lidstaat de bedoeling heeft betrokkene te vervolgen op grond van zijn ras, godsdienst, nationaliteit of politieke gezindheid (dit was wel nog voorzien in het kaderbesluit betreffende de terroristische misdrijven).