Toute interruption ou manipulation des infrastructures critiques devrait, dans toute la mesure du possible, être courte, exceptionnelle, relativement facile à gérer, géographiquement isolée et n'affecter que dans une mesure très limitée le bien-être des États membres, de leurs citoyens et de l'Union européenne.
Een ontwrichting of manipulatie van kritieke infrastructuur moet voor zover mogelijk kort, zelden voorkomend, beheersbaar en geografisch beperkt zijn, en mag het welzijn van de lidstaten en hun burgers, en van de Europese Unie als geheel, maar minimaal schaden.