Le délégué du ministre adresse au titulaire de la concession domaniale une mise en demeure, par lettre recommandée à la poste, lui fixant un délai qui ne peut être inférieur à septante-cinq jours, soit pour satisfaire à ses obligations et conditions en matière d'exploitation, soit pour présenter ses explications.
De afgevaardigde van de minister richt bij een ter post aangetekende brief een ingebrekestelling aan de titularis van de concessie, waarin een termijn wordt vastgelegd die niet korter mag zijn dan vijfenzeventig dagen, hetzij om te voldoen aan zijn verplichtingen en de voorwaarden inzake exploitatie, hetzij om uitleg te verschaffen.