9. souligne qu'aucun État membre ne peut se voir refuser la possibilité de s'associer à tout moment à une coopération renforcée existante et, à cet effet, considère qu'il faut compléter l'alinéa g) du paragraphe 1 de ce même article, pour exiger que les conditions pour intégrer ultérieurement la coopération renforcée soient fixées dans la décision initiale;
9. onderstreept dat geen enkele lidstaat de mogelijkheid kan worden ontzegd om zich op enig moment bij een reeds bestaande nauwere samenwerking aan te sluiten en is derhalve van mening dat artikel 43, lid 1, sub g) van het EU-Verdrag moet worden aangevuld met de eis dat de voorwaarden voor toekomstige aansluitingen bij nauwere samenwerkingen worden vastgesteld in het basisbesluit;