1. L'utilisateur de services de paiement n'obtient du prestataire de services de paiement la correction d'une opération de paiement non autorisée ou mal exécutée que si l’utilisateur de services de paiement en informe sans retard injustifié le prestataire de services de paiement au moment où il constate une telle opération donnant lieu à une réclamation, y compris au titre de l'article 89, et au plus tard dans un délai de treize mois suivant la date de débit.
1. De betalingsdienstgebruiker die zich rekenschap geeft van een niet-toegestane of onjuist uitgevoerde betalingstransactie welke aanleiding geeft tot een vordering, met inbegrip van een vordering krachtens artikel 89, verkrijgt alleen rectificatie van zulke transactie van zijn betalingsdienstaanbieder indien de betalingsdienstgebruiker de betalingsdienstaanbieder onverwijld en uiterlijk dertien maanden na de valutadatum van de debitering kennis geeft van de bewuste transactie.