12. insiste sur l'imp
ortance de la lutte contre la discrimination indirecte au niveau des régimes de retr
aite, non seulement dans les systèmes de retraite professionnelle mais aussi dans les pratiques à l'égard des régimes de retraite légale; souligne que la CJUE a précisé que les régimes de retra
ite professionnelle doivent être considérés comme une rémunération et que le principe d'égalité de traitement s'applique aussi à ces rég
...[+++]imes, en dépit du fait que la distinction entre régimes de retraite légale et de retraite professionnelle soit problématique dans certains États membres et que la notion de régimes de retraite professionnelle ne soit pas connue dans d'autres, ce qui est susceptible d'entraîner une discrimination indirecte sur le marché du travail; reconnaît que l'accès des femmes aux régimes de retraite professionnelle est plus limité en raison de leurs horaires réduits et de leurs carrières moins longues, de la ségrégation horizontale et verticale sur le marché du travail ainsi que de l'écart des rémunérations entre hommes et femmes, et que les régimes basés sur les cotisations tiennent rarement compte des interruptions de carrière pour assurer des soins et du travail à temps partiel involontaire; demande à la Commission d'examiner l'incidence du passage des régimes de retraites d'État à des régimes professionnels et privés sur l'écart de pension entre hommes et femmes; invite la Commission à suivre attentivement l'application de ce principe et à présenter un rapport à ce sujet, sachant que la transposition s'est avérée manquer de clarté dans une partie des États membres; 12. benadrukt dat het van belang is de strijd aan te binden met onrechtstreekse discriminatie in
pensioenregelingen, niet alleen in bedrijfspensioenregelingen, maar ook in verband met praktijken ten aanzien van wettelijke pensioenregelingen; beklemtoont dat het HvJ-EU duidelijk heeft gemaakt dat bedrijfspensioenregelingen als loon moeten worden beschouwd en dat het beginsel van gelijke behandel
ing derhalve ook op deze regelingen van toepassing is, in weerwil van het feit dat het onderscheid tussen wettelijke en bedrijfspensioenregeli
...[+++]ngen in bepaalde lidstaten een probleem vormt en dat in andere lidstaten bedrijfspensioenregelingen als dusdanig niet bestaan, wat eventueel kan leiden tot onrechtstreekse discriminatie op de arbeidsmarkt; erkent dat de toegang van vrouwen tot bedrijfspensioenregelingen beperkter is als gevolg van kortere werkuren, minder dienstjaren, horizontale en verticale gendersegregatie op de arbeidsmarkt en de genderloonkloof, en dat in op bijdragen gebaseerde regelingen zelden rekening wordt gehouden met onderbrekingen voor zorg en met onvrijwillig deeltijds werk; verzoekt de Commissie na te gaan wat de impact is van de overschakeling van wettelijke overheidspensioenen naar bedrijfspensioenregelingen en particuliere regelingen op de genderpensioenkloof; vraagt de Commissie van dichtbij toe te zien op de toepassing van dit beginsel en daarover verslag uit te brengen, aangezien de omzetting in een aantal lidstaten onduidelijk is gebleken;