5. convient du fait que les déchets plastiques devraient être traités en tant que ressources précieuses en soutenant leur réutilisation, leur recyclage et leur valorisation, et en favorisant la création d'un environnement de marché adéquat; invite la Commission à présenter d'ici à 2014 des propositions visant à éliminer progressivement la mise en décharge des déchets recyclables et valorisables à l'horizon 2020, sans pour autant privilégier l'option de valorisation énergétique sur le recyclage et en veillant à ce que des critères d'efficacité écologique s'appliquent à toutes les solutions; considère qu'en plus des objectifs susmentionnés en ce qui concerne le recyclage, il est essentiel d'int
roduire des mesures ...[+++]appropriées pour décourager l'incinération de produits plastiques recyclables, compostables et biodégradables, de manière à optimiser le cycle de vie de chaque type de matière plastique, tout en respectant la hiérarchie des déchets; observe que cela inverserait également une tendance non durable consistant à privilégier l'utilisation de produits vierges par rapport aux produits recyclés plus chers; souligne que le recyclage et la réparabilité des produits devraient être pris en compte dès la phase de conception; invite la Commission, dès lors, à proposer des mesures de conception aptes à améliorer l'incidence environnementale globale des produits, en évitant les volumes excessifs de déchets et en promouvant les marchés de recyclage; considère qu'en tout état de cause, les produits en plastique devraient être conçus de manière à optimiser leur durabilité, en tenant compte de leur cycle de vie complet; souligne que la Commission doit envisager, dans le cadre d'une nouvelle législation sur les déchets plastiques, l'organisation d'un plus grand nombre d'inspections lors de l'admission des déchets en décharge jusqu'en 2020 et une augmentation des contrôles aux points d'incinération; 5. is het ermee eens dat kunststofafval behandeld moet worden als waardevolle grondstof en dat hergebruik, recycling en terugwinning van kunststofafval bevorderd moet worden en er gezorgd moet worden voor een passende marktomgeving; dringt er bij de Commissie op aan uiterlijk 2014 voorstellen in te dienen om het storten van recycleerbaar of terug te winnen afval uiterlijk 2020 te verbieden, hetgeen er echter niet toe mag leiden dat afvalverbranding voorrang krijgt boven recycling, en verzoekt de Commissie te waarborgen dat bij alle verwijderingstrajecten milieuefficiëntiecriteria worden toegepast; is van oordeel dat er dus niet alleen doelstellingen voor recyclage moeten worden vastgesteld, zoals hierboven vermeld, maar tevens maatregelen
...[+++] om het verbranden van recycleerbare, composteerbare en afbreekbare kunststoffen te ontmoedigen om op die manier de levenscyclus van de verschillende soorten kunststof te optimaliseren en ervoor te zorgen dat de afvalhiërarchie gerespecteerd wordt; wijst erop dat er op die manier ook een einde kan komen aan de gangbare, maar niet duurzame praktijk waarbij nieuwe producten worden verkozen boven duurdere gerecycleerde producten; benadrukt dat het belangrijk is dat er reeds in de ontwerpfase van een product gekeken wordt in hoeverre het desbetreffende product te recycleren of te repareren zal zijn; verzoekt de Commissie in dit verband maatregelen voor te stellen inzake het ontwerp van producten, gericht op het verbeteren van de milieueffecten van die producten, het voorkomen van onnodig afval en het bevorderen van de ontwikkeling van recyclingmarkten; is van mening dat bij het ontwerp van kunststofproducten gestreefd moet worden naar een zo groot mogelijke duurzaamheid, rekening houdend met de hele levenscyclus van de producten; is van oordeel dat de Commissie in het kader van nieuwe wetgeving inzake kunststofafval zou moeten overwegen tot 2020 nauwer toezicht te houden op het storten van afval op stortplaatsen en de controles o ...