Par dérogation à l'alinéa 1, la fraction subventionnable peut être supérieure à la fraction subventionnable provisoire dans les hypothèses suivantes : 1° si l'augmentation reste inférieure ou égale à 5 % de la fraction subventionnable provisoire; 2° en cas d'application de l'article 6, alinéa 1, 2°; 3° en cas d'accord préalable du Gouvernement d'augmenter, dans un objectif de mutualisation des installations de traitement de déchets, la fraction subventionnable d'une installation projetant d'accueillir une part plus importante de déchets visés à l'article 3.
In afwijking van het eerste lid mag het subsidieerbare gedeelte hoger zijn dan het voorlopige subsidieerbare gedeelte in de volgende gevallen : 1° indien de verhoging kleiner dan of gelijk aan 5 % van het voorlopige subsidieerbare gedeelte blijft; 2° bij toepassing van artikel 6, eerste lid, 2°; 3° in geval van voorafgaande instemming van de Regering om, met het oog op een onderling gebruik van de installaties voor de behandeling van afvalstoffen, het subsidieerbare gedeelte van een installatie die van plan is een groter deel van afval bedoeld in artikel 3 op te vangen, te verhogen.