L’exercice du large pouvoir d’appréciation que le statut confère aux institutions en matière d’organisation de concours doit être compatible avec les dispositions impératives de l’article 27, premier alinéa, du statut, selon lesquelles le but de toute procédure de recrutement est d’assurer à l’institution le concours de fonctionnaires possédant les plus hautes qualités de compétence, de rendement et d’intégrité, ainsi que de l’article 29, paragraphe 1, dudit statut.
De uitoefening van de ruime beoordelingsbevoegdheid die het Statuut de instellingen op het gebied van de organisatie van vergelijkende onderzoeken verleent moet in overeenstemming worden gebracht met de dwingende bepalingen van artikel 27, eerste alinea, van het Statuut, volgens hetwelk elke aanwerving erop gericht dient te zijn de instelling de medewerking te verzekeren van ambtenaren die uit een oogpunt van bekwaamheid, prestatievermogen en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen, alsmede van artikel 29, lid 1, van het Statuut.