« Art. 36. Les institutions visées à l'article 3, § 2, 1° et 3°, de la loi du 2 janvier 1991 relative au marché des titres de la dette publique et aux instruments de la politique monétaire, qui désirent détenir des comptes de titres dématérialisés pour compte de tiers, doivent avant d'entamer ces activités, disposer d'un agrément de la Commission bancaire, financière et des Assurances.
« Art. 36. De instellingen bedoeld in artikel 3, § 2, 1° en 3°, van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, die rekeningen van gedematerialiseerde effecten voor derden wensen bij te houden, dienen vooraleer deze werkzaamheden aan te vatten, te beschikken over een vergunning van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.