Enfin, pour ce qui est des amendements 4, 9 et 10, ils se fondent sur l’approche que la Cour de justice a récemment confirmée dans l’arrêt qu’elle a rendu dans l'affaire C-133/06 (points 54 et suivants des motifs) où elle rappelle que les règles relatives à la formation de la volonté des institutions communautaires sont établies par le traité et ne sont à la disposition ni des États membres, ni des institutions elles-mêmes.
De amendementen 4, 9 en 10, tenslotte, baseren zich op de punten 54 en volgende van het arrest van het Hof van Justitie in Zaak nr. C-133/06, waarin wordt gesteld dat de regels betreffende de besluitvorming van de gemeenschapsinstellingen worden vastgesteld door het Verdrag en niet ter beschikking staan van de lidstaten of van de instellingen.