(4 bis) Lors des activités de recherche et de sauvetage, les navires devraient transporter au moins un équipement de sécurité minimal et veiller à la formation du personnel à bord de manière à garantir la sécurité tant des personnes interceptées que du personnel, conformément aux dispositions de la directive 2012/35/UE concernant le niveau minimal de formation des gens de mer en matière de règles et normes de sécurité pour les navires à passagers (annexe I, chapitre V, règle V/2, paragraphe 6).
(4 bis) Tijdens opsporings- en reddingsoperaties moeten schepen ten minste over een minimale veiligheidsuitrusting beschikken en wordt erop toegezien dat het personeel aan boord opgeleid is teneinde de veiligheid van zowel de onderschepte personen als de bemanning te garanderen, zoals vastgelegd in Richtlijn 2012/35/EG inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden in de veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen (bijlage I, hoofdstuk V, voorschrift V/2, artikel 6).