Il ressort des développements du recours en annulation qui est à l'origine de l'affaire n° 6355 que la Cour est invitée à statuer sur la constitutionnalité de l'article 86 de la loi-programme du 10 août 2015, non seulement en ce que cette disposition introduit une différence de traitement entre deux catégories d'intercommunales mais aussi en ce qu'elle traite les intercommunales qui sont désignées comme gestionnaire d'un réseau de distribution d'électricité au sens de l'article 6 du décret de la Région wallonne du 12 avril 2001 « relatif à l'organisation du marché régional de l'électricité » de la même manière que les sociétés au sens de l'article 2, § 1, 5°, a), du CIR 1992.
Uit de uiteenzetting van het beroep tot vernietiging dat aan de oorsprong ligt van de zaak nr. 6355 blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de grondwettigheid van artikel 86 van de programmawet van 10 augustus 2015, niet alleen in zoverre bij die bepaling een verschil in behandeling wordt ingevoerd tussen twee categorieën van intercommunales maar ook in zoverre daarbij de intercommunales die zijn aangewezen als elektriciteitsdistributienetbeheerder in de zin van artikel 6 van het decreet van het Waalse Gewest van 12 april 2001 « betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt » op dezelfde wijze worden behandeld als de vennootschappen in de zin van artikel 2, § 1, 5°, a), van het WIB 1992.