L'article 33, attaqué, de la loi du 11 février 2014 (I) insère dans le Code d'instruction criminelle un article 464/28, qui dispose : « Lorsqu'au cours de l'EPE, il existe des indices sérieux que le condamné ou le tiers visé à l'
article 464/1, § 3, veut, en tant que personne morale, soustraire son patrimoine à l'exécution de la condamnation à une confiscation, à une amende ou aux frais de justice sur ce patrimoine, le magistrat EPE peut, si des circonstances particulières le requièrent, ordonner les mesures suivantes : 1° la suspension de la procédure de dissolution ou de liquidation de la per
sonne morale; 2° l' ...[+++]interdiction de transactions patrimoniales spécifiques susceptibles d'entraîner l'insolvabilité de la personne morale; 3° le versement d'un cautionnement dont il fixe le montant sur le compte de l'OCSC, en vue de garantir le respect des mesures qu'il ordonne.Het bestreden artikel 33 van de wet van 1
1 februari 2014 (I) voegt in het Wetboek van strafvordering een artikel 464/28 in, dat luidt : « Indien er tijdens het SUO ernstige aanwijzingen bestaan dat de veroordeelde of de in artikel 464/1, § 3, bedoelde derde als rechtspersoon zijn vermogen wil onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de veroordeling tot een verbeurdverklaring, geldboete of de gerechtskosten op dit vermogen, kan de SUO-magistraat de volgende maatregelen gelasten, indien bijzondere omstandigheden dat vergen : 1° de schorsing van de procedure van ontbinding of vereffening van de rechtspersoon; 2° het verbod van specifieke ve
...[+++]rmogensrechtelijke transacties die tot het onvermogen van de rechtspersoon kunnen leiden; 3° de storting van een borgsom op de rekening van het COIV tot een door hem bepaald bedrag, als waarborg voor de inachtneming van de maatregelen die hij gelast.