Le fait pour l'adulte concerné de croire que son interlocuteur était majeur n'est élusif de l'infraction que si l'intéressé preuve qu'il a pris les mesures raisonnables pour s'assurer de la majorité effective de son interlocuteur.
Het feit dat de betrokken volwassene gelooft dat zijn gesprekspartner meerderjarig was, doet het misdrijf slechts vervallen wanneer de betrokkene bewijst dat hij redelijke maatregelen getroffen heeft om zich te vergewissen van de effectieve meerderjarigheid van zijn gesprekspartner.