M. Roelants du Vivier se réfère à l'article 3.iii du traité qui prévoit que « En vue de préserver le patrimoine archéologique et afin de garantir la signification scientifique des opérations de recherche archéologique, chaque Partie s'engage à soumettre à autorisation préalable spécifique, dans les cas prévus par la législation interne de l'État, l'emploi de détecteurs de métaux et d'autres équipements de détection ou procédés pour la recherche archéologique».
De heer Roelants du Vivier verwijst naar artikel 3.iii van het verdrag, dat het volgende bepaalt : « Met het oog op het behoud van het archeologische erfgoed en het waarborgen van de wetenschappelijke betekenis van het archeologisch onderzoek, verplicht iedere Partij zich ertoe het gebruik van metaaldetectors en andere detectieapparatuur of werkwijzen voor archeologisch onderzoek te onderwerpen aan speciale voorafgaande machtiging wanneer het nationale recht van de staat daarin voorziet».