L'article 6, § 1 , seconde phrase, de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 14, § 1 , troisième phrase, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques font référence, respectivement, aux exigences de « la protection de la vie privée des parties » et à « l'intérêt de la vie privée des parties » pour admettre qu'il soit dérogé à la règle de la publicité des audiences.
In artikel 6, lid 1, tweede zin, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en in artikel 14, lid 1, derde zin, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten wordt respectievelijk verwezen naar de vereisten inzake « de bescherming van het privéleven van partijen » en « het belang van het privéleven van de partijen » om afwijkingen toe te staan op de regel dat terechtzittingen openbaar zijn.