« En cas de mission internationale d'établissement des faits en Belgique, les experts internationaux auront les mêmes compétences que celles mentionnées dans l'article 24, § 2, de la loi du 3 janvier 1933, relative à la fabrication, au commerce et au port des armes et au commerce des munitions et qu'ils bénéficieront des privilèges et immunités conférés par l'Article VI de la Convention des Nations Unies sur les privilèges et immunités, approuvée le 13 février 1946 ».
« In geval van een internationaal feitenonderzoek in België, hebben de internationale experts dezelfde bevoegdheden als die vermeld in artikel 24, tweede lid van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in, en het dragen van wapens en op de handel in munitie, en zij genieten de voorrechten en immuniteiten onder artikel VI van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake voorrechten en immuniteiten, aangenomen op 13 februari 1946».