Lorsque, dans sa ZEE, la Belgique exerce ses droits, elle tient dûment compte des droits et obligations des autres états en ce qui concerne notamment la liberté de navigation et de survol, la liberté de poser des câbles et pipelines sous-marins ainsi que de la liberté d'utiliser la mer à d'autres fins internationalement licites liées à l'exercice de ces libertés et compatibles avec d'autres dispositions du droit international.
Bij het uitoefenen van haar rechten in de EEZ houdt België terdege rekening met de rechten en plichten van andere Staten in het bijzonder met de vrijheid van de scheepvaart en het overvliegen, de vrijheid van onderzeese kabels en pijpleidingen te leggen alsook met de vrijheid de zee te gebruiken voor andere internationaal rechtmatige doeleinden met betrekking tot deze vrijheden en verenigbaar met andere bepalingen van het internationaal recht.