Ainsi, alors que l'article 55, alinéa 3, n'interdit pas - sans pour autant l'autoriser expressément - l'accès des parents du mineur aux pièces du dossier, la doctrine a considéré qu'une interprétation trop restrictive du texte amenait à une violation grave des droits de défense et la Cour de cassation, dans un arrêt du 25 février 1974 (Pas., 1974, I, 657) a considéré, outre qu'une exception ne peut être étendue par analogie, que les motifs qui ont déterminé le législateur à formuler cette restriction, à savoir l'intérêt du mineur, ne s'imposent pas en ce qui concerne la communication de ces pièces aux parents.
Aldus, terwijl artikel 55, derde lid, de toegang van de ouders van de minderjarige tot de stukken van het dossier niet verbiedt - zonder die toegang daarom uitdrukkelijk toe te staan - is in d
e rechtsleer geoordeeld dat een te enge opvatting van de tekst tot een ernstige schending van de rechten van verdediging zou leiden, en in een arrest van 25 februari 1974 (Pas., 1974, I, p. 657) heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat, afgezien van het feit dat een uitzondering niet naar analogie kan worden uitgebreid, de motieven die de wetgever hebben geleid om die beperking in te voeren, namelijk het belang van de minderjarige, niet gelden met
...[+++]betrekking tot de overlegging van die stukken aan de ouders.