Cette question était particulièrement délicate pour le magistrat qui devait considérer, d'une part, le maintien de la position d'information, parfois unique, qu'occupe un indicateur dans un milieu criminel si on lui permet d'être coauteur ou complice d'infractions et, d'autre part, la perte de cette position résultant d'une interprétation très stricte des dispositions concernant le recours aux indicateurs.
Deze vraag raakte in het bijzonder de moeilijke afweging voor de magistraat tussen, enerzijds, het behoud van een soms unieke informatiepositie in een bepaald crimineel milieu door de informant strafbare daden van mededaderschap of medeplichtigheid te laten stellen en, anderzijds, het verlies van deze informatiepositie door er een zeer strikte interpretatie van het werken met informanten op na te houden.