Sur requête de l'inculpé ou de son avocat, le juge d'instruction convoque l'inculpé dans les dix jours qui précèdent chaque comparution en chambre du conseil ou en chambre des mises en accusation statuant sur le renvoi conformément à l'article 279, § 4, pour un interrogatoire récapitulatif; le greffier notifie immédiatement et par lettre recommandée à la poste ou par télécopie la convocation à l'avocat de l'inculpé et au ministère public, lesquels peuvent assister à cet interrogatoire.
Op verzoek van de inverdenkinggestelde of van zijn advocaat roept de onderzoeksrechter, binnen tien dagen die aan elke verschijning voor de raadkamer of voor de kamer van inbeschuldigingstelling die overeenkomstig artikel 279, § 4, uitspraak doet na verwijzing voorafgaan, de inverdenkinggestelde op voor een samenvattende ondervraging; de griffier brengt de oproeping, bij een ter post aangetekende brief of per faxpost, onmiddellijk ter kennis van de advocaat van de inverdenkinggestelde en van het openbaar ministerie, die deze ondervraging kunnen bijwonen.