Les ouvriers de moins de 50 ans, qui ont bénéficié d'une interruption de carrière à mi-temps (loi du 22 janvier 1985) de manière permanente pendant deux ans, ont droit, à partir de la troisième année, à une indemnité de sécurité d'existence à charge de l'employeur, pendant 36 mois maximum d'interruption de carrière permanente à mi-temps.
Arbeiders, jonger dan 50 jaar, die halftijdse loopbaanonderbreking (wet 22 januari 1985) op bestendige wijze genoten hebben gedurende twee jaar, hebben vanaf het derde jaar recht op een bestaanszekerheidsvergoeding ten laste van de werkgever gedurende ten hoogste 36 maanden bestendige halftijdse loopbaanonderbreking.