14. constate qu'il y a plus de stabilité au Burundi depuis l'entrée en vigueur de la nouvelle constitution, suivie d'élections législatives, mais demande la mise sur pied d'une commission pour la paix et la réconciliation, en tant que mesure de confiance qui contribuera à rétablir un climat de confiance et de stabilité entre les diverses parties intéressées, et invite les gouvernements des États membres de l'Union européenne à soutenir une pareille initiative sur les plans financier et logistique;
14. stelt vast dat Burundi blijk van grotere stabiliteit geeft sinds er na algemene verkiezingen een nieuwe grondwet van kracht geworden is, maar vraagt om als vertrouwenwekkende maatregel een vredes- en verzoeningscommissie op te richten, die een klimaat van vertrouwen en betrouwbaarheid tussen de verschillende belanghebbende partijen helpt herstellen, en vraagt de regeringen van de EU-lidstaten om een dergelijk initiatief financieel en logistiek te ondersteunen;