Dans leur avis commun pris lors de l'adoption de la CCT 90, le Conseil national du travail et le Conseil Central de l'Economie ont précisé que dans l'hypothèse où les intérimaires pouvaient bénéficier d'un tel avantage en vertu d'un plan d'octroi en vigueur chez l'utilisateur, le traitement fiscal et parafiscal de cet avantage devait être équivalent à celui des travailleurs permanents.
In hun gemeenschappelijk advies naar aanleiding van de goedkeuring van CAO nr. 90, hebben de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven verklaard dat in het geval waarin de uitzendkrachten dergelijk voordeel konden genieten krachtens een toekenningsplan van de gebruiker, de fiscale en parafiscale behandeling van dat voordeel dezelfde moest zijn als voor de vaste werknemers.