D. considérant que la directive 98/44/CE réglemente les inventions biotechnologiques et, en particulier, le génie génétique; que l'intention du législateur n'était toutefois pas, tel qu'il ressort des considérants 52 et 53, de prévoir la brevetabilité des produits obtenus par des procédés essentiellement biologiques dans le cadre de la directive;
D. overwegende dat Richtlijn 98/44/EG wetsvoorschriften voor biologische uitvindingen en in het bijzonder gentechnologie bevat; overwegende dat het echter niet de bedoeling van de wetgever was om in het kader van die richtlijn via werkwijzen van wezenlijk biologische aard verkregen producten octrooieerbaar te maken, zoals ook aangegeven wordt in de overwegingen 52 en 53;