Étant donné que toutes les investigations, surtout au sein de l'AFER, doivent avoir lieu simultanément en présence des deux fonctionnaires, la période de douze mois à compter de la date à laquelle le fonctionnaire des contributions prend connaissance des données «faisant foi» en dehors de la période visée à l'article 333, premier et deuxième alinéas, du CIR 1992 est généralement déjà écoulée.
Vermits alle onderzoekingen, vooral binnen de AOIF, in aanwezigheid van de beide ambtenaren tegelijkertijd moeten gebeuren, is de periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingambtenaar kennis krijgt van de «bewijskrachtige» gegevens buiten de in artikel 333, eerste en tweede lid, WIB 1992, bedoelde periode, in principe meestal reeds verstreken.