J’ai demandé ensuite ce qu’il se passerait si deux parties à un litige invoquaient chacune des droits différents mais concurrents, voire contradictoires - par exemple, le droit de pratiquer sa religion sans être offensé et le droit à la liberté d’expression impliquant la critique de la doctrine des adeptes d’une religion.
Vervolgens vroeg ik hoe de beslissing zou uitvallen als er twee partijen bij een geschil zouden zijn die zich beide beriepen op verschillende maar met elkaar concurrerende, mogelijk zelfs conflicterende, rechten – bijvoorbeeld het recht om een godsdienst te belijden zonder beledigd te worden en het recht op vrijheid van meningsuiting met inbegrip van kritiek op de overtuigingen van aanhangers van een godsdienst.