Art. 58. En cas de suspicion de coronaropathie asymptomatique ou de maladie artérielle périphérique, un électrocardiogramme d'effort doit être pratiqué (comme décrit à l'article 59) et suivi, si besoin, par des tests complémentaires (scintigraphie, échographie de stress, coronarographie ou toute autre investigation acceptable par la SMA) qui doivent montrer l'absence d'ischémie myocardique ou de sténose significative d'une artère coronaire.
Art. 58. Indien een asymptomatische coronaropathie of een perifere arteriële aandoening vermoed wordt, moet een inspanningselektrocardiogram worden uitgevoerd (overeenkomstig art. 59) dat - indien nodig - gevolgd wordt door bijkomende onderzoeken (een scintigrafie, stress-echocardiografie, coronarografie of evenwaardige onderzoeken aanvaard door de SLG) die geen myocardischemie of belangrijke coronaire stenose aantonen.