Parmi les faits qui permettent de présumer l'existence d'une discrimination directe fondée sur un motif mentionné dans les lois attaquées sont compris, entre autres, mais pas exclusivement : (1) les éléments qui révèlent une certaine récurrence de traitement défavorable à l'égard de personnes partageant un critère protégé, entre autres, diff
érents signalements isolés faits auprès du Centre ou de l'Institut précité ou auprès de l'un des groupements d'intérêts et (2) les éléments qui révèlent que la situation de la victime du traitement plus défavorable est comparable à la situation de la personne de référence (article 30, § 2, de la loi a
...[+++]nti-racisme, article 28, § 2, de la loi générale anti-discrimination et article 33, § 2, de la loi « genre »).Onder feiten die het bestaan van een directe discriminatie op een van de in de bestreden wetten vermelde gronden kunnen doen vermoeden, worden onder meer, doch niet uitsluitend, begrepen : (1) de gegevens waaruit een bepaald patroon van ongunstige behandeling blijkt ten aanzien van personen die drager zijn van een welbepaald criterium, onder meer verschillende, los van elkaar staande bij het voormelde Centrum of Instituut of bij een van de belangenverenigingen gedane meldingen, en (2) de gegevens waaruit blijkt dat de situatie van het slachtoffer van de ongunstigere behandeling vergelijkbaar is met de situatie van de referentiepersoon (artikel 30, § 2, van d
...[+++]e Antiracismewet, artikel 28, § 2, van de Algemene Antidiscriminatiewet en artikel 33, § 2, van de Genderwet).