Traduction de «jambe tibia ou » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

hémiatrophie congénitale de l'épiphyse tibiale supérieure | maladie de Blount | osteochondrosis deformans tibiae | syndrome de Blount-Barber | syndrome d'Erlacher-Blount | tibia vara
osteochondrosis deformans tibiae | syndroom van Blount | tibia vara

condyle interne du tibia | tubérosité interne du tibia
condylus medialis tibiae

condyle externe du tibia | tubérosité externe du tibia
condylus lateralis tibiae

Ostéochondrite (juvénile) de:épiphyse supérieure du tibia [Blount] | tubercule tibial [Osgood-Schlatter] | Tibia vara
osteochondrose (juveniel) van | proximale tibia [Blount] | osteochondrose (juveniel) van | tuberositas tibiae [Osgood-Schlatter] | tibia vara

jambes lourdes
zware benen

Syndrome de(s):homme raide | jambes sans repos
acathisie (ten gevolge van geneesmiddelengebruik)(ten gevolge van behandeling) | restless legs syndrome | stiff-man syndrome

Absence congénitale de la cuisse et de la jambe, pied présent
congenitaal ontbreken van bovenbeen en onderbeen, met aanwezige voet

monoparésie d'une jambe
monoparese, been

ulcère ischémique des jambes
ischemisch beenulcus

repose-jambes
beensteun

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

° Fracture diaphysaire de la jambe : tibia ou les deux os
° Diafysaire fractuur van been : tibia of beide beenderen

Fracture diaphysaire de la jambe : tibia ou les deux os
Diafysaire fractuur van been : tibia of beide beenderen

1.1. Le bas de jambe factice utilisé comme élément de frappe consiste en deux segments rigides recouverts de mousse, représentant le fémur (haut de la jambe) et le tibia (bas de la jambe), assemblés par une articulation de genou factice déformable.
1.1. Het onderbeen-botslichaam bestaat uit twee met schuim bedekte stijve segmenten die het femur (bovenbeen) en de tibia (onderbeen) voorstellen en die door een vervormbare imitatie van het kniegewricht met elkaar verbonden zijn.

2.1.4. La jambe factice, sans mousse ni peau, est montée de sorte que le tibia soit solidement maintenu par un dispositif de serrage sur une surface horizontale fixe et le fémur solidement emboîté dans un tube de métal, comme indiqué sur la figure 3.
2.1.4. Het onderbeen-botslichaam wordt zonder schuim- en huidmateriaal zodanig gemonteerd dat de tibia stevig vastgeklemd zit op een vast horizontaal oppervlak en dat een metalen buis stevig aan het femur is bevestigd (zie figuur 3).

L'angle maximal de flexion dynamique du genou ne dépasse pas 15,0°, le déplacement dynamique maximal en cisaillement du genou ne dépasse pas 6,0 mm et l'accélération mesurée à l'extrémité supérieure du tibia ne dépasse pas 150 g. Cet essai peut être remplacé par le test de collision de haut de jambe factice sur le pare-chocs du système de protection frontale aux conditions indiquées.
Deze test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De maximale dynamische kniebuigingshoek mag niet groter zijn dan 15,0°, de maximale dynamische knieafschuiving niet groter dan 6,0 mm en de aan de bovenkant van het scheenbeen gemeten versnelling niet hoger dan 150 g. Deze test mag onder bepaalde omstandigheden door de test Bovenbeen-botslichaam tegen bumper als beschermingsinrichting aan de voorzijde worden vervangen.

Le bas de jambe factice utilisé comme élément de frappe consiste en deux segments rigides recouverts de mousse, représentant le fémur (haut de la jambe) et le tibia (bas de la jambe), assemblés par une articulation de genou factice déformable.
Het onderbeen-botslichaam bestaat uit twee met schuim bedekte stijve segmenten die het femur (bovenbeen) en de tibia (onderbeen) voorstellen en die met elkaar verbonden zijn door een vervormbare imitatie van het kniegewricht.