Les jours acquis en qualité de définitif dans une fonction à prestations complètes se comptent du début à la fin d'une période ininterrompue d'activité de service, congés de détente, vacances d'hiver et de printemps, congés de maternité, congés d'accueil en vue de l'adoption et de la tutelle officieuse et congés exceptionnels prévus respectivement aux articles 5 et 5bis de l'arrêté royal du 15 janvier 1974 précité compris, comme indiqué à l'alinéa précédent.
Het aantal dagen verworven als vast benoemd personeelslid in een ambt met volledige dienstprestaties wordt berekend door alle dagen mee te tellen vanaf het begin tot het einde van de ononderbroken activiteitsperiode, met inbegrip van het ontspanningsverlof, de winter- en lentevakantie, de moederschapsrust, het verlof voor opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij, respectievelijk bepaald in de artikelen 5 en 5bis van het voormelde koninklijk besluit van 15 januari 1974, zoals in vorig lid vermeld.