La loi du 15 juillet 1960 sur la préservation morale de la jeunesse dispose en son article 1er : « La présence dans les salles de danse et les débits de boisson pendant qu'on y danse est interdite à tout mineur non marié de moins de seize ans, si celui-ci n'est pas accompagné de son père, de sa mère, de son tuteur ou de la personne à la garde de laquelle il a été confié.
De wet van 15 juli 1960 tot zedelijke bescherming van de jeugd bepaalt in artikel 1 het volgende: " De aanwezigheid in danszalen en drankgelegenheden terwijl er gedanst wordt, is verboden voor elk ongehuwd minderjarige beneden de zestien jaar indien deze niet vergezeld is van zijn vader, zijn moeder, zijn voogd of de persoon aan wiens bewaking hij is toevertrouwd.