Le procureur du Roi porte l'affaire devant le tribunal de la jeunesse selon les modalités prévues aux articles 44, §§ 1 et 2, au plus tard dans un délai de deux mois à compter du jour où expire le délai prévu à l'article 44, §§1 et 2 ou après l'ordonnance de renvoi rendue par le juge d'instruction conformément à l'article 24, § 3.
De procureur des Konings maakt ten laatste binnen een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de dag van het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 44, §§ 1 en 2, of na de beschikking tot verwijzing door de onderzoeksrechter volgens artikel 24, § 3, de zaak voor de jeugdrechtbank aanhangig.