La durée de la peine qui est prononcée en application du paragraphe 1, prend cours au jour auquel le condamné a subi sa peine ou auquel sa peine est prescrite, et, en cas d'exemption conditionnelle, à partir du jour de la libération, lorsque cette dernière n'est pas retirée.
De duur van de straf die wordt uitgesproken met toepassing van paragraaf 1, gaat in vanaf de dag waarop de veroordeelde zijn straf heeft ondergaan of waarop zijn straf verjaard is, en, bij voorwaardelijke vrijlating, vanaf de dag van de invrijheidstelling, als die laatste niet ingetrokken wordt.