Art. 14. A valoir sur toute r
éduction éventuelle future de la durée du travail, sous quelque forme que ce soit, il est accordé, à partir
de 2008 un premier jour d'ancienneté, octroyé à partir de 7 ans d'ancienneté dans l'entreprise, un deuxième jour d'ancienneté, octroyé à partir de 15 ans d'ancienneté dans l'entreprise, un troisième jour d'ancienneté, octroyé à partir de 20 ans d'ancienneté dans l'entreprise, un quatrième jour d'ancienneté, octroyé à partir de 25 ans d'ancienneté dans l'entreprise, un cinquième jour d'ancienneté, oc
...[+++]troyé à partir de 30 ans d'ancienneté dans l'entreprise (au total, maximum 5 jours d'ancienneté par année civile).Art. 14. Als voorafname op een eventueel toekomstige arbeidsduurverkorting onder welke vorm ook, wordt vanaf 2008 een eerste anciënniteitsdag toegekend vanaf 7 jaar anciënniteit in de onderneming, een tweede anciënniteitsdag toegekend vanaf 15 jaar anciënniteit in de onderneming, een derde anciënniteitsdag toegekend vanaf 20 jaar anciënniteit in de onderneming, een vierde anciënniteitsdag toegekend vanaf 25 jaar anciënniteit in de onderneming, een vijfde anciënniteitsdag toegekend vanaf 30 jaar anciënniteit in de onderneming (totaal maximum 5 anciënniteitsdagen per kalenderjaar).