La seconde hypothèse visée par le 1º de l'article 316bis concerne le cas de l'enfant né plus de 300 jours après que le procès-verbal visé à l'article 1292 du Code judiciaire a précisé la résidence séparée des époux pendant le temps des épreuves, conformément à l'article 1288, 1º, du même Code, alors que le 1º de l'article 330, § 2, traite de l'hypothèse de l'enfant né plus de 300 jours après la déclaration prévue à l'article 1289 du même Code.
Het tweede geval waarover het 1º van het voorgestelde artikel 316bis handelt, betreft het kind geboren meer dan 300 dagen nadat in het in artikel 1292 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde proces-verbaal de afzonderlijke verblijfplaats van de echtgenoten tijdens de proeftijd aangegeven werd overeenkomstig artikel 1288, 1º, van hetzelfde Wetboek. Daar staat tegenover dat het 1º van het voorgestelde artikel 330, § 2, handelt over het geval waarin het kind meer dan 300 dagen geboren is na de verklaring bedoeld in artikel 1289 van hetzelfde Wetboek.