Les méthodes exceptionnelles ne peuvent être mises en œuvre à l'égard d'un avocat, d'un médecin, d'un journaliste ou des locaux ou moyens de communications qu'ils utilisent à des fins professionnelles, ou de leur domicile, qu'à la condition que le service de renseignement et de sécurité dispose préalablement d'indices sérieux selon lesquels l'avocat, le médecin ou le journaliste participe ou a participé personnellement et activement à la naissance ou au développement des menaces graves visées au § 1 , 1º et 2º.
De uitzonderlijke methoden kunnen slechts aangewend worden ten aanzien van een advocaat, een arts, of een journalist of hun lokalen of op communicatiemiddelen die ze voor beroepsdoeleinden gebruiken, of op hun woonplaats, op voorwaarde dat de inlichtingen- en veiligheidsdienst voorafgaandelijk over ernstige aanwijzingen beschikt dat de advocaat, de arts of de journalist persoonlijk en actief meewerkt of heeft meegewerkt aan het ontstaan of aan de ontwikkeling van de ernstige bedreigingen bedoeld in § 1, 1º en 2º.