Art. 193. Celui qui, dans un délai de trois ans après une condamnation pour une infraction visée à l'article 31, commet une nouvelle infraction visée à l'article 31, est passible d'une peine d'emprisonnement et d'une amende égale au double du maximum de ce qui est prévu pour la dernière infraction commise, ou de l'une de ces peines seulement, sans être inférieure à 200 euros ou à quinze jours d'emprisonnement.
Art. 33. De persoon die binnen drie jaar na een veroordeling voor een misdrijf bedoeld in artikel 31, opnieuw een misdrijf begaat bedoeld in artikel 31, kan met een gevangenisstraf worden gestraft, en met een geldboete die het dubbel bedraagt van de maximale boete of gevangenisstraf vastgesteld voor het laatst gepleegde misdrijf, of met slecht één van die straffen alleen. De straf mag echter niet minder bedragen dan 200 euro of vijftien dagen gevangenisstraf.