2. Il résulte de l'alinéa 1, 18°, en projet que les interdictions visées à l'article 35, § 1, alinéa 2, en projet de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, à savoir les interdictions d'exercer une activité mettant les intéressés en contact avec des mineurs, ne seront mentionnées dans le casier judiciaire central (ci-après dénommé « casier judiciaire ») que « lorsqu'elles concernent des personnes qui n'ont pas de résidence ou de domicile en Belgique ».
2. Uit het ontworpen eerste lid, 18°, blijkt dat de verboden bedoeld in artikel 35, § 1, tweede lid van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, namelijk de verboden om een activiteit uit te oefenen waarbij de betrokkenen in aanraking komen met minderjarigen, enkel vermeld zullen worden in het centrale Strafregister (hierna « strafregister » genoemd) « wanneer het personen betreft dewelke geen woon- of verblijfplaats in België hebben ».