- « L'article 141
0, § 1, 4°, du Code judiciaire, combiné avec l'article 1409, § 1bis, § 2 et § 3, du Code judiciaire, dans la version antérieure à l'entrée en vigueur de la loi du 27 décembre 2005, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il est ainsi établi une différence de
traitement entre le bénéficiaire d'une indemnité au sens de l'article 1410, § 1, 4°, du Code judiciaire et le bénéficiaire de revenus au sens de l'article 1409bis du Code judiciaire, qui dispose notamment d'un accès souple et rapide au juge
...[+++]des saisies et d'une possibilité de contrôle par celui-ci, et qu'une demande visant à conserver les revenus nécessaires peut être adressée par le débiteur à cette instance selon la procédure qui y est prévue, même lorsqu'il s'agit de sommes saisies sur un compte, alors que les bénéficiaires cités en premier lieu ne disposent pas de cette possibilité de contrôle ?- « Schendt het art
ikel 1410, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek in samenhang met artikel 1409, § 1bis, § 2 en § 3, van datzelfde wetboek, in de teksten toepasselijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet van 27 december 2005 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre aldus een onderscheiden behandeling voorhanden is of teweeg wordt gebracht tussen de begunstigde van een uitkering in de zin van artikel 1410, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek en de begunstigde van inkomsten in de zin van artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek die m.n. beschikt over een soepele en snelle toegang tot, en toetsingsmogelijkheid van
...[+++] de beslagrechter en de debiteur een verzoek tot behoud van de noodzakelijke inkomsten kan formuleren aan deze instantie volgens de aldaar voorziene procedure ook wanneer het gaat om gelden inbeslaggenomen op een rekening, en de eerstvermelde begunstigden die niet over deze toetsingsmogelijkheid beschikken ?