Dans son arrêt n° 61/2009 du 25 mars 2009, en réponse à une question préjudicielle concernant la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 1278
, alinéa 2, du Code judiciaire, dans l'interprétation selon laquelle les effets patrimoniaux du divorce remontent, en ca
s de coexistence de plusieurs demandes en divorce, au jour de la première demande, même si après l'introduction de la demande principale originaire, les époux ont re
pris la vie commune pendant ...[+++] un certain laps de temps, la Cour a jugé :
In zijn arrest nr. 61/2009 van 25 maart 2009 heeft het Hof, in antwoord op een prejudiciële vraag betreffende de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 1278, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in de interpretatie volgens welke de patrimoniale gevolgen van de echtscheiding, indien er meerdere vorderingen tot echtscheiding tegelijkertijd bestaan, tot op de dag van de eerste vordering terugwerken, zelfs indien de echtgenoten, na het instellen van de oorspronkelijke hoofdvordering, gedurende een bepaald tijd het samenleven hebben hervat, geoordeeld :